Terugkijken: masterclass 55 jaar SOS Kinderdorpen Nederland

Ter ere van onze 55ste verjaardag organiseerden we op dinsdag 24 november een online masterclass. Het was hartverwarmend te zien dat velen hieraan aan deelnamen.

We kijken terug op een mooie avond waarin directeur Arian Buurman en Raad van Toezicht-voorzitter Menno Antal terugblikten op de afgelopen periode en onze visie deelden voor de komende jaren. Daarna gaf hoogleraar Mariëlle Bruning een masterclass over kinderrechten. Yita is zelf ooit opgegroeid in een SOS Kinderdorp en deelde haar ervaringen met onze sprekers en het publiek.

Heeft u deze masterclass gemist of wilt u deze nogmaals kijken? Dat kan hieronder. Klik in de videospeler op ‘Start nu’, vul uw gegevens in en de uitzending begint. U kunt doorspoelen wanneer u dat wilt.

Toelichting op de pollvragen en vragen van het publiek die wij niet in de uitzending konden beantwoorden, vind u onder de videospeler.

Quizvragen uit de masterclass toegelicht

1. Welk land heeft het VN Verdrag voor de rechten van het kind nog niet geratificeerd?
A. Pakistan
B. Verenigde Staten
C. Somalië

Toelichting

Het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind werd al op 20 november 1989 aangenomen door de Algemene Vergadering van de VN. Het verdrag heeft ervoor gezorgd dat bijna alle landen wereldwijd in hun wetgeving meer aandacht hebben moeten besteden aan kinderrechten.

De Verenigde Staten blijven nu als enige grote staat achter bij het garanderen van kinderrechten. In de VS is nog altijd veel weerstand tegen ratificatie van het verdrag, gezien het land zich dan verplicht stelt werk te maken van de bestrijding van kinderarmoede, discriminatie van kinderen en andere kinderrechten. Zo kan dan bijv. de levenslange gevangenisstraf van kinderen niet langer worden toegepast.

Het is van groot belang dat de Verenigde Staten in navolging van Somalië het VN-Kinderrechtenverdrag ratificeert. De VS is nu het enige land ter wereld dat het VN-Kinderrechtenverdrag nog niet heeft geratificeerd.

2. Wat is het geschatte aantal kinderen dat leeft zonder ouderlijke zorg of het risico loopt deze te verliezen?
A. 2 miljoen
B. 22 miljoen
C. 220 miljoen

Toelichting

Geen enkel kind mag alleen opgroeien. Toch groeien wereldwijd naar schatting 220 miljoen kinderen op zonder de zorg die ze nodig hebben. Alle kinderen tellen mee, maar niet alle kinderen worden geteld. De meest kwetsbare kinderen ter wereld – kinderen zonder ouderlijke zorg of die het risico lopen dat te verliezen – bevinden zich in instellingen of op straat of zijn verhandeld of gerekruteerd in gewapende groepen. Daardoor zijn ze grotendeels van de statistische kaart van de VN gevallen. Er zijn slechts beperkte gegevens over hoeveel kinderen in deze omstandigheden leven, met uitzondering van verspreide schattingen van enkele specifieke landen. Dit zijn de kinderen die we ondersteunen zodat ze zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige individuen en aan hun toekomst kunnen bouwen.

3. Kinderen hebben recht op familie. Kinderen die onvoldoende zorg krijgen:
A. zijn later vatbaarder voor depressie en middelenmisbruik
B. doen het minder goed op school
C. doen vaker zelfmoordpogingen
D. hebben meer moeite met focussen en het ontwikkelen van sociale vaardigheden
E. al het bovenstaande

Toelichting

Wetenschappelijk onderzoek toont dat kinderen zonder liefdevolle aandacht en zorg zich niet goed kunnen ontwikkelen. Kinderen die hun leven starten met een of meerdere trauma’s – als gevolg van het overlijden van een of beide ouders, extreme armoede, (emotionele) verwaarlozing, misbruik, schadelijke culturele tradities, verlating door of scheiding van ouders – lopen zowel cognitief als fysiek een groeiachterstand op. Met als gevolg een toekomst waarin de kans groot is dat ze te maken krijgen met slechtere (arbeids-)relaties, gezondheidsproblemen, afhankelijkheid van anderen en een verhoogd risico in aanraking te komen met drugs en geweld. De kans is bovendien substantieel dat zij op hun beurt hun eigen kinderen verwaarlozen.

Vragen van het publiek

1. Hoe verschillen jullie van hulporganisaties als Save The Children, Plan en Terre des Hommes?

Wij richten ons werk specifiek op kinderen die de zorg van hun familie zijn verloren of deze dreigen te verliezen. Wij zorgen ervoor dat zij weer opgroeien in een liefdevolle en veilige familie, het liefst hun eigen familie. Elk kind heeft het recht om op te groeien in een familie. 1 op de 10 kinderen wereldwijd groeit echter op zonder de zorg die zij nodig hebben. Zonder een stabiel thuis en de bescherming van familie, zijn deze kinderen extra kwetsbaar voor verwaarlozing, mishandeling, uitbuiting en armoede. Hun fysieke, psychologische en sociale ontwikkeling kan achterblijven door een gebrek aan voedzaam eten, onderwijs, gezondheidszorg en emotionele verbinding en steun die elk kind nodig heeft. Dit laat diepe sporen na, waardoor hun kindertijd en toekomst op het spel staat.

2. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van het werk van SOS Kinderdorpen?
Wij zijn een organisatie die gaat voor duurzame verandering. Als een kind of familie in een van onze programma’s terecht komt dan begeleiden we hen tot zij onze hulp niet meer nodig hebben. We helpen kwetsbare families om hun levensomstandigheden te verbeteren, zodat zij hun kinderen een stabiele basis een liefdevol thuis kunnen bieden. Kinderen die geen adequate ouderlijke zorg meer hebben vangt SOS Kinderdorpen op in een liefdevolle SOS familie in het kinderdorp.

Wij hebben daarnaast programma’s gericht op het versterken van  jongeren met kennis, vaardigheden en een netwerk om zelf een bedrijf te starten of hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Daarmee wordt de vicieuze cirkel van armoede  doorbroken. Het verschil maken in het leven en de toekomst van kinderen, dat is wat SOS Kinderdorpen doet op heel individueel niveau. Met een persoonlijke benadering voor elk kind en iedere familie.  

3. Wat houdt alternatieve zorg precies in?

SOS Kinderdorpen volgt de Richtlijnen voor Alternatieve Zorg aan Kinderen, die de Verenigde Naties in 2009 hebben vastgesteld. Ons uitgangspunt is dat er zoveel mogelijk moet worden geprobeerd om kinderen bij hun ouders of verzorgers te laten wonen. Wanneer dit niet lukt, moet er een andere en passende oplossing worden geboden, het liefst in een gezinsvervangende omgeving. Dit noemen we dit alternatieve zorg. Er zijn verschillende vormen familiegerichte alternatieve zorg, zoals zorg door de brede familie, pleegzorg, een familiehuis, in de gemeenschap, een kinderdorp of groepshuizen/begeleid wonen.

Deze alternatieve zorg moet voldoen aan een aantal voorwaarden:
• De zorg moet aansluiten bij de ontwikkeling en het belang van het kind. Het kind moet bijvoorbeeld zo dicht mogelijk bij zijn of haar woonplaats worden geplaatst;
• Wanneer het kind wordt gescheiden van ouders of verzorgers dan moet dit, voor zover mogelijk, tijdelijk zijn en zo kort mogelijk;
• Er moet voldoende aandacht zijn voor continuïteit. Bij een scheiding van ouders of verzorgers moeten broertjes en zusjes bij elkaar blijven, tenzij dat niet in hun belang is;
• De beslissing om een kind alternatieve zorg te bieden, moet in het belang van het kind zijn en deze beslissing moet worden genomen middels een adequate, legitieme procedure waarbij er voor het kind rechtsbijstand beschikbaar moet zijn;
• Het plaatsen van een kind in de alternatieve zorg moet op een zorgvuldige en kindvriendelijke manier worden uitgevoerd. Er moet gespecialiseerd personeel bij betrokken zijn;
• Voor zover dit in het belang van het kind is, moet het contact tussen het geplaatste kind en zijn familie worden bevorderd;
• Het kind moet worden beschermd tegen misbruik, verwaarlozing en elke vorm van exploitatie. Alle jeugdzorginstellingen moeten passende bescherming bieden tegen bijvoorbeeld ontvoering en exploitatie;
• Het gebruik van dwang en geweld is alleen toegestaan indien dit noodzakelijk is voor de veiligheid van het kind of anderen en wanneer dit conform de wet is. De maatregelen mogen alleen worden getroffen op een redelijke en proportionele manier en met respect voor de rechten van het kind;
• Er moet toegang zijn tot een vertrouwenspersoon en een onafhankelijke klachtenprocedure waar kinderen kunnen klagen over hun behandeling of de omstandigheden van hun plaatsing;
• Residentiële instellingen moeten klein zijn en een kindvriendelijke omgeving bieden.

4. SOS Kinderdorpen bedenkt inventieve manieren om toch hulp te kunnen verlenen tijdens de coronapandemie. Hebben jullie een voorbeeld?

Een mooi voorbeeld is ons noodhulpprogramma in Colombia, voor de vele vluchtelingen uit Venezuela. Op diverse plekken hebben we educatieve activiteiten opgezet voor kinderen van de vluchtelingen, die vaak niet in aanmerking komen voor het reguliere onderwijs. Door corona was dit niet meer mogelijk. Onze veldwerkers hebben toen allemaal schoolspullen in tassen aan de deuren gehangen en zijn met microfoons en versterking de wijken ingetrokken om op afstand les te geven. Kinderen konden vanuit de deuropening van hun huizen deelnemen aan de lessen. Dit is een mooi voorbeeld van denken in oplossingen, dat erg door de kinderen en hun ouders werd gewaardeerd.

5. Als SOS Kinderdorpen meer op preventie wil inzetten, willen jullie dan uiteindelijk stoppen met de opvang in de kinderdorpen? Hoe lang blijven kinderdorpen nog bestaan?

In de meest ideale situatie zouden we überhaupt niet meer nodig willen zijn, omdat alle kinderen opgroeien in een veilig en liefdevolle familie. Dit lijkt echter nog heel ver weg. Er zijn op het moment rond de 220 miljoen kinderen wereldwijd die opgroeien in kwetsbare situaties. We voorkomen dat hun families uit elkaar vallen door hen te ondersteunen in de zorg en bescherming van hun kinderen en sociale netwerken en voorzieningen in gemeenschappen te versterken.

Voor kinderen die hun ouders zijn verloren of van wie hun ouders en/of de brede familie niet voor hen kan zorgen, werken we steeds meer toe naar verschillende gezinsvervangende alternatieven, zoals een pleegfamilie, een SOS familie in de lokale gemeenschap of een SOS familie in een SOS kinderdorp. We kijken altijd welke vorm het best passend is. Hierbij staat het belang van het kind altijd voorop. De familie-opvang die SOS Kinderdorpen biedt is dus steeds meer gericht op het voorkomen dat families uiteenvallen en kinderen er alleen voor komen te staan. En indien het binnen de eigen familie echt niet mogelijk is, dan zijn er de SOS families. Deze zullen in de toekomst in toenemende mate gesitueerd zijn in de lokale gemeenschap. Daarnaast zullen de SOS kinderdorpen voorlopig ook nog blijven bestaan.

6. SOS Kinderdorpen Nederland is onderdeel van een internationale federatie. Hoe werkt het met de SOS-organisaties in de andere landen?

SOS Kinderdorpen Nederland maakt deel uit van SOS Children’s Villages International: een wereldwijde organisatie, bestaande uit 118 deelorganisaties, die in 136 landen en gebieden actief is. Allen werken vanuit dezelfde missie en visie en dragen bij aan de internationale doelstellingen. Van alle SOS organisaties zijn er achttien zogenaamde Promoting and Supporting Associations (PSA’s), die de fondsenwerving van alle internationale programma’s voor 90% voor hun rekening nemen. Een groot deel van deze organisaties heeft ook programma’s in eigen land. Een beperkt aantal organisaties heeft geen programma’s in eigen land. Veel lokale SOS organisaties doen zelf steeds meer met eigen programma’s aan fondsenwerving.

7. Zijn er nog andere manieren om te helpen, dan alleen financieel?

U kunt op verschillende manieren bijdragen. Zo kunt u bijvoorbeeld bijdragen middels het inzetten van uw expertise op diverse vlakken. Ook hebben we tekstschrijvers, fotografen, dataspecialisten en andere experts die gratis of tegen een sterk gereduceerd tarief zich inzetten voor onze organisatie.

Als het om producten of spullen gaat, kopen onze lokale collega’s deze lokaal in. Zo stimuleren we de lokale economie. Ook het doen van vrijwilligerswerk op locatie ligt niet in het verlengde van waar SOS Kinderdorpen voor staat. Tijdelijke of telkens wisselende verzorgers/ vrijwilligers schaden de hechting tussen hen en de kinderen en onderbreken de dagelijkse routine. Daarom werken wij liever met werknemers die langere tijd voor ons werken. Zo krijgen kinderen een stabiele, veilige leefomgeving en hoeven ze niet steeds aan nieuwe mensen te wennen. We werken altijd met lokale mensen; zij zijn bekend met de cultuur en gebruiken en hebben een passende opleiding gevolgd. Ook door lokale mensen in te zetten, stimuleren we de lokale economie.

8. Hoe gaan de begeleider/sters met de emoties van kinderen om en door welke mensen worden de verzorgers daarin geschoold?

Psychosociale ondersteuning is een wezenlijk onderdeel in al onze programma’s. Daarom begeleiden sociaal werkers de kinderen en hun (biologische en SOS) ouders in de SOS programma’s met psychosociale ondersteuning. Deze begeleiders trainen ook de biologische en SOS ouders.

9. Zijn jullie verbonden aan een religie?

SOS Kinderdorpen is niet gebonden aan een specifiek geloof; we vangen kinderen dan ook ongeacht hun religie op. Elk kind in onze SOS kinderdorpen wordt opgevoed met het geloof van zijn of haar biologische ouders. Als dat geloof niet bekend is, wordt het kind opgevoed met de religie die het meest voorkomt in de cultuur van het betreffende land. In veel kinderdorpen zijn verschillende religies vertegenwoordigd.

10. In welke landen geven kinderen aan ‘overbeschermd’ te worden?

Jongeren uit diverse landen zijn betrokken geweest bij het formuleren van de VN-Richtlijnen voor alternatieve zorg. Zij gaven allen aan niet ‘overbeschermd’ te willen worden. Hiermee bedoelen zij dat de vrijheidsbeperkingen in hun ervaring meer gericht waren op het vergemakkelijken en beschermen van de verzorgers in plaats van het beschermen van kinderen en jongeren. Door deze beperkingen zouden kinderen of jongeren in alternatieve zorg achterop raken in hun ontwikkeling ten opzichte van andere leeftijdsgenootjes.

De jongeren gaven daarnaast aan dat er behoefte is aan nazorg. Hiermee wordt bedoeld dat jongeren al tijdens de plaatsing worden voorbereid op zelfstandigheid en het zichzelf staande kunnen houden in de maatschappij door training van sociale en levensvaardigheden over bijvoorbeeld onderwijs en een beroepsopleiding. Ook gedurende de overgang van alternatieve zorg naar nazorg is er begeleiding gewenst en moeten kinderen worden betrokken om samen een plan voor nazorg op te stellen. Deze nazorg zou in ieder geval moeten inhouden dat er toegang is tot maatschappelijke, wettelijke en gezondheidsdiensten, met juiste financiële ondersteuning. De VN-Richtlijnen voor alternatieve zorg bevatten het voorkomen van ‘overbescherming’ en aandacht voor nazorg.

Geef kinderen een sterke familie

Sorry

De versie van de browser die je gebruikt is verouderd en wordt niet ondersteund.
Upgrade je browser om de website optimaal te gebruiken.