Raho en haar 10 kinderen op de rand van de afgrond

Raho

In de Somalische regio van Ethiopië vormen droogte en de impact van COVID-19 een dodelijke combinatie. Mensen kampen dagelijks met honger en armoede. Dit geldt vooral voor kinderen en families die op de vlucht zijn, zoals Raho en haar tien kinderen.

De 41-jarige Raho was vijf jaar geleden een rijke herder. De daaropvolgende vijf jaren aan droogte vaagden haar hele levensonderhoud weg. Raho’s 70 kamelen en 300 geiten stierven. Alleen een ezel met haar twee jongen overleefden. Raho vluchtte weg van de droogte en liep honderden kilometers in de brandende hitte.

Op de vlucht met 10 kinderen

Raho: ‘’Mijn tien kinderen, zeven jongens en drie meisjes, waren tijdens onze tocht dagenlang uitgehongerd. Ik dacht dat ze zouden sterven.’’ Ze stopten bij het vluchtelingenkamp Favburo Adadle, ongeveer 25 kilometer van de stad Gode in het oosten van Ethiopië, in de hoop hulp te krijgen.

‘Als ik naar de winkel ga om iets te kopen, zeggen de verkopers: ‘De prijs is gestegen vanwege inflatie”’

Raho, moeder van 10 kinderen

Omdat Raho erg bezorgd was over het welzijn van haar kinderen, liet ze hen achter bij een familielid, om zelf op zoek te gaan naar werk. Toen ze geen werk kon vinden, ging ze boomtakken en bast uit de bush te verzamelen om te verkopen. “Mijn inkomen is klein en dekt lang niet alle kosten van mijn gezin. We kunnen er alleen van overleven en we eten minder om het voedsel op te sparen voor de volgende dag.” Raho’s man vertrok om te trainen bij het leger in de hoop een baan te vinden. Haar twee oudste zonen, van 19 en 17, spijbelen drie dagen per week van school om hun moeder te helpen brandhout te verzamelen en naar de markt te brengen.

Raho kan minder eten kopen voor haar gezin

De pandemie heeft de voedselcrisis voor arme gezinnen zoals die van Raho verergerd. De prijzen zijn gestegen en hierdoor is hun koopkracht sterk verminderd. Raho: “COVID-19 heeft mijn familie naar de rand van de afgrond geduwd. Voor de pandemie was voedsel goedkoper, een halve zak rijst kostte 600 birr (12 euro), bloem 400 birr (8 euro) en een fles olie 120 birr (2 euro). Toen steeg de prijs van rijst naar 800 birr (15 euro). Als ik naar de winkel ga om iets te kopen, zeggen de verkopers: ‘De prijs is gestegen vanwege inflatie.”’

Raho ziet haar kinderen vaak hongerig naar bed gaan. ”Ik vind het zo pijnlijk dat ik niet altijd goed voor ze kan zorgen.” Raho had net haar laatste beetje meel op, toen SOS Kinderdorpen voedsel begon uit te delen in het vluchtelingenkamp. Dit was de start van de samenwerking van de Dutch Relief Alliance COVID-19 in Ethiopië.

“Eindelijk had ik weer een voorraadje eten. Drie maanden lang hoefde ik me niet druk te maken en kon ik mijn kinderen drie keer per dag voeden. Het leven van mijn kinderen werd hierdoor beter: ze gingen naar school, lazen de Koran en speelden.’’ Nadat de samenwerking van de Dutch Relief Alliance COVID-19 in Ethiopië eindigde, bleven de humanitaire behoeften in het land bestaan. Raho heeft het gevoel dat de hulp haar hoop heeft gegeven in een extreem moeilijke tijd. Maar om het gevluchte gezin weer op de been te krijgen en ervoor te zorgen dat Raho weer goed voor haar kinderen kan zorgen, is meer nodig. Zeker nu de effecten van de droogte en prijsstijgingen als gevolg van de Oekraïne-oorlog, bovenop haar al benauwde situatie komen.

Help families zoals die van Raho

Sorry

De versie van de browser die je gebruikt is verouderd en wordt niet ondersteund.
Upgrade je browser om de website optimaal te gebruiken.