Nadat de moeder van Fadu, Seidu en Ekuwa overleed, kon de vader hen en hun vijf andere broertjes en zusjes niet meer onderhouden. De kinderen raakten verstrikt in kinderarbeid totdat hun vader over het SOS Kinderdorp in Tema hoorde.
Borstkanker beroofde de moeder van Fadu en Seidu van het leven. De vader was een eenvoudige arbeider en ontving alleen niet genoeg salaris om hun acht kinderen te onderhouden. Met pijn in zijn hart bracht hij zijn baby-drieling naar een weeshuis en hun jongere broertje, de zevenjarige Ekuwa, naar een familielid in Ivoorkust. Ekuwa zou daar op een boerderij gaan werken. Kinderhandel en kinderarbeid is een diepgeworteld cultureel probleem in Ghana. Fadu en Seidu gingen bij hun tante wonen in Accra, de hoofdstad in Ghana.
Kinderarbeid
Hun tante maakte Fadu en Seidu elke ochtend vroeg wakker en bracht ze naar een bouwterrein om te werken. In plaats van leren, spelen en lachen, sjouwden ze de hele dag met zware stenen. Het deed veel pijn aan hun lichaam en het maakte hen verdrietig. “We misten school en we waren niet gelukkig,” zegt Fadu. “We wilden terug naar onze vader. Ik kende zijn telefoonnummer, dus toen mijn tante niet keek, pakte ik haar telefoon en belde ik hem,” zegt hij. Fadu wist niet waar ze waren, dus beschreef hij zijn vader wat hij om zich heen kon zien. Zo kon hun vader hen op komen halen.
SOS Kinderdorp Tema
Helaas had de tweeling al kostbare schooltijd verloren. Ook waren ze een tijd gescheiden geweest van hun broertjes en zusjes. Daardoor konden ze geen natuurlijke banden met hen ontwikkelen, wat zo belangrijk is op die leeftijd. Daarom vroeg de vader hulp van een kerk die samenwerkt met SOS Kinderdorpen Ghana. Deze kon plek vrijmaken in het SOS kinderdorp in Tema voor Fadu en Seidu en hun tweejarige drielingbroertjes en -zusje. Een jaar later redde hun vader zelfs Ekuwa uit Ivoorkust.
Een nieuw gezin
Nu leven de zes kinderen onder de zorgzame vleugels van Patience Owusu. Zij is een van de SOS-moeders in het dorp. Dat zijn professionele verzorgsters die bij de kinderen woont en hen liefde, veiligheid en stabiliteit geeft. Zo konden de broertjes en zusjes eindelijk weer kind zijn. Ze konden naar school, spelen en de steun krijgen die ze nodig hadden.
“Ik ben gewend om voor kinderen van alle leeftijden te zorgen”, zegt Patience, “maar vijf kinderen tegelijk was nogal overweldigend. Ik heb tien jaar ervaring als SOS-moeder maar raakte toch lichtelijk in paniek”, zegt Patience.

Patience verwachtte dat de drieling zou huilen en zij hen zou moeten voeden. “Maar dat gebeurde niet en ze begonnen uit zichzelf te eten. Ze wilde eerst wel nog graag bij mij in bed slapen. Omdat niet iedereen daarin paste, heb ik eerst een matje naast mijn bed neergelegd. Daarna heb ik ze geleerd om in hun eigen kamers te slapen,” zegt ze.
De 12-jarige Emily maakte al deel uit van het SOS-gezin van Patience toen de broers en zussen aankwamen. “Met de drieling zing en speel ik, maar ik leer ze ook iets. Zo speel ik juf door het alfabet op het bord te schrijven en de drieling te vragen het na mij te zeggen. Ik hou van ze.”

“Ik bescherm deze kinderen zoals ik mijn eigen kinderen zou beschermen. Ik weet dat ze een moeilijke tijd hebben gehad dus ik troost en moedig ze altijd aan.” Inmiddels hebben de broers al eigen dromen ontwikkeld. Fadu wil piloot worden en Seidu een ingenieur die robots kan maken.
*Namen veranderd om de privacy van de kinderen te beschermen.